In veel spirituele tradities en psychologische invalshoeken wordt het ego gezien als een ik-gerichte kracht die eigenlijk maar lastig is en je ontwikkeling en goede relaties in de weg staat. De uitdaging is dan om je ego, dat waar je “ik” tegen zegt, los te laten. De Jungiaanse psychologie werpt een ander licht op het begrip Ego. Vanuit die invalshoek is het helemaal niet zo gezond om je Ego los te laten. Het Ego maakt vanaf onze geboorte een bepaalde ontwikkeling door. Wanneer die ontwikkeling goed verloopt, heb je als volwassene een gezond en sterk instrument tot je beschikkingen om te reflecteren, waar te nemen en keuzes te maken.
Definitie van het begrip Ego
Wat je over een begrip kunt zeggen, staat of valt met hoe je naar dat begrip kijkt. Om verwarring te voorkomen is het dus van belang om helder te hebben, vanuit welke definitie je erover spreekt. Om duidelijk aan te geven wanneer ik vanuit Jungiaanse perspectief kijk, schrijf ik Ego met een hoofdletter.
In de Jungiaanse psychologie hebben we een model van de psyche of ziel, dat bestaat uit verschillende delen: Het bewustzijn - dat alles omvat waarvan je je bewust bent - en het onbewuste, dat is de rest. Daarbij is in het onbewuste nog onderscheid tussen een persoonlijk en een collectief deel. In het persoonlijk deel vind je alles wat je onbewust waarneemt, verdringt, keerzijdes van je keuzes, maar ook latente talenten. Het collectieve deel is niet alleen van jou, je deelt het met anderen. Je draagt bijvoorbeeld familie- en cultuurpatronen in jezelf. Alles wat in het onbewuste zit, stuurt je gedrag, zonder dat je daar erg in hebt. Dat kan zowel in positieve als negatieve zin. Het is een innerlijk, onbewust weten.
Het Ego wordt in de Jungiaanse psychologie gezien als het besturingscentrum van je bewustzijnsveld. Het is het Ego waarmee we naar de buitenwereld kijken, beslissingen nemen en keuzes maken. Maar ook het instrument om de impulsen uit onze binnenwereld helder te krijgen. We maken onderscheid en afwegingen met ons Ego. Het is het enige instrument waarmee we onze projecties terug kunnen nemen.
Projecteren doen we automatisch vanuit het onbewuste. Het betekent een plaatje van je innerlijke werkelijkheid over de uiterlijke werkelijkheid heen leggen. Wat je in de buitenwereld ziet, is in feite een weerspiegeling van wat er in jezelf leeft. Als je emotioneel geraakt wordt, projecteer je iets van jezelf op de situatie. Iets ín jou slaat erop aan – als het raakt, dan is het raak. Iemand anders kan bij hetzelfde voorval onbewogen blijven. Of ook emoties ervaren, maar dan vanuit een totaal andere invalshoek. Projectie is niet verkeerd, het is simpelweg een werkingsmechanisme van de psyche waar we geen controle over hebben. Maar waar we wel veel wijzer van kunnen worden.
Door het maken van keuzes en het terugnemen van projecties wordt het Ego sterker: Onze zelfkennis groeit, we worden ons bewust van onze prettige en minder prettige eigenschappen. In Jungiaanse termen geldt: Hoe groter ons Ego, hoe meer informatie het tot zijn beschikking heeft, des te genuanceerder ons oordeel zal zijn, hoe minder we projecteren, hoe beter we beslissingen kunnen nemen en hoe beter we in balans zijn. Een sterk Ego zal verantwoording nemen voor gemaakte keuzes en rekening houden met gevolgen van zijn handelen voor anderen. Een klein Ego doet dat niet. Een klein Ego kan ook klakkeloos regels volgen zonder daar vraagtekens bij te zetten en faciliteert daarmee weer de kleine Ego’s die ze maken. Bij een gezonde Ego-ontwikkeling zijn dingen bespreekbaar, is er ruimte voor kwetsbaarheid en imperfectie en veel minder de behoefte om een schuldige aan te wijzen.
Zonder Ego ben je overgeleverd aan de impulsen vanuit je onbewuste en wat de buitenwereld voor jou bepaalt. Hoe kleiner je Ego, hoe kinderlijker je bewustzijnstoestand. Je begrijpt nu waarom het loslaten van je Ego vanuit de Jungiaanse invalshoek dus niet zo’n goed idee is.
Wat een gezond Ego wel los kan laten…
Liggen de Jungiaanse psychologie en de spirituele tradities die het loslaten van het ego van belang vinden, nu werkelijk zo ver uit elkaar? Ik denk dat dat wel meevalt. Wanneer je je teveel met je Ego identificeert, kun je het idee hebben dat je je Ego bènt. Dan meet je je een veel te grote positie aan. Een sterk Ego weet dat het deel uit maakt van een groter geheel en dat het geen alleenheerser is over de psyche. Je hoeft dus alleen je eenzijdige identificatie met het Ego los te laten. En ik vermoed dat dat ook is wat de spirituele tradities bedoelen.
Monique Damen
www.kommacoaching.nl
www.hipsy.nl/kommacoaching
Monique begeleidt mensen individueel en in groepen naar hun innerlijk kompas. Ze is onder meer geschoold in Jungiaanse psychologie, opstellingenwerk en trauma. Deze vakgebieden heeft ze gecombineerd in haar werk en in haar boek “Het onzichtbare zien” waarvan inmiddels de tweede, uitgebreide druk verschenen is. Daarnaast werkt ze momenteel aan een tweede boek: “Doen wat je kunt, weten wat je doet.” Hierin gaat ze dieper in op veiligheid in verticale relaties.